Symposium WUR 8 november
Weer op Zee
Met als centrale thema ‘Weer op Zee’ was vrijdag 8 november 2013 het jaarlijkse najaarssymposium van de NVBM. Een grote diversiteit aan sprekers zorgde voor een aantrekkelijk, dagvullend programma. Ongeveer 65 personen woonden het symposium bij. Hier zullen we kort de presentaties en onze bevindingen delen aan de hand van het programma.
Nadat de voorzitter van de NVBM Albert Klein Tank iedereen van harte welkom heette, gaf hij het woord aan Ad Stoffelen. Ad nam het publiek mee op reis naar de wereld van satellieten. Als wetenschapper van het KNMI neemt Ad actief deel aan diverse initiatieven om de meetgegevens van satellieten boven zee om te zetten in bruikbare windinformatie voor de meteorologen in de weerkamer en de modelleurs. Verschillende satellieten en samenwerkingsverbanden dragen bij aan de verbeterde kwaliteit en het begrip van wind op zee, maar ook aan betere weersverwachtingen.
Vervolgens gaf Joris de Vroom uitleg hoe BMT/Argoss verschillende operationele weer- en golfmodellen gebruikt om korte-termijn golfverwachtingen te maken. Duidelijk werd dat elke locatie om een andere aanpak vraagt. Vaak hebben zij te maken met complexe lokale omgevingsfactoren die voor gevaarlijk hoge golven voor de scheepvaart zorgen omdat lokale circulatiepatronen in combinatie met complexe kustlijnen direct invloed hebben op de ontstane golflengte en –periode.
Hierna volgden de korte poster presentaties, een jaarlijks terugkerend onderdeel van het najaarssymposium. Dit jaar waren er 4 posters, Ine Wijnant (KNMI), Marina Sterk (WUR), Sanda Lenzhölzer (WUR) en Aart Overeem et al (WUR). De eerste 3 personen maakten van de gelegenheid gebruik om iets meer te vertellen over het onderwerp en waarom het publiek zeker even langs moest komen. Het boek ‘Het weer in de stad’ van Sanda Lenzhölzer komt binnenkort uit en zal dan ook opgenomen worden in de boekenactie van de NVBM. De postersessie ging vloeiend over in de lunch, die zich uitstekend leende voor een reünie maar ook voor netwerken met andere collega-meteorologen.
Na de lunch liet Renske de Winter zien hoe zij als geofysicus de huidige en toekomstige windklimatologie uit CMIP5 (Climate Model Comparison Project 5) klimaatmodellen meeneemt in het afschatten van duinerosie aan de Nederlandse kust. Dit solide onderzoek is onderdeel van haar promotie-traject bij het departement Fysische Geografie in samenwerking met het KNMI. Door gebruik te maken van klimaatmodel ensembles ontstaat er een spreiding in de mogelijke uitkomsten voor de jaarlijkse maximale windsnelheid. Deze spreiding neemt ze vervolgens mee bij het modelleren van duinerosie.
Stefan de Jagt gaf een zeer intrigerend kijkje in de keuken bij de Koninklijke Marine over hoe de marine in de weer is met het weer. Uit zijn presentatie bleek dat veel operationele onderdelen van de marine afhankelijk zijn van goede weersverwachtingen om optimaal te presteren. Duidelijk werd dat je als marine-meteoroloog in alle werelden thuis moet zijn: van het klimaat langs de West- of Oost-Afrikaanse kust tot in het Caribisch gebied of in onze achtertuin, de Noordzee.
Tot slot nam Jan Kroos van Rijkswaterstaat het woord om te praten over de Stormwaarschuwingsdienst langs de Nederlandse kust. Hierbij belichtte Jan vooral de vraag welke stormen er tot een stormvloed leid(d)en en waarom. Ook liet hij een operationeel stroomschema zien hoe de vele betrokken instanties informatie verstrekken om tot de beslissing al dan niet sluiten van de waterkeringen over te gaan. Met humor vertelde hij meerdere anekdotes over hoe onderbrekingen in deze informatiestroom in het verleden tot ongemakkelijke situaties konden leiden, maar ook verbeteringen brachten.
Tijdens de afsluitende borrel was er volop tijd om de dag na te bespreken en voor een gezellig drankje. Het enige dat mij nog rest is de sprekers te bedanken voor hun inzet, Wageningen Universiteit voor het faciliteren van deze geslaagde workshop en de aanwezigen voor uw bijdrage tot dit succesvolle symposium.